-STOPPLAATS 5: DE SPOORWEG – ROZENSTRAAT.
-Algauw werd ook Herentals een bezette stad. De oorlog ging echter onverbiddelijk door. Dit maakte dat alle transportwegen voor de Duitse bezetter van zeer belang waren. De luchtvaart en ook het transport met motorvoertuigen stond immers nog in de kinderschoenen hoewel dat in de loop van de oorlog snel zou veranderen. Voor allerlei vervoer, ook militair, was men voorlopig dus nog op alternatieven aangewezen
-Het vervoer over water was meer economisch dan militair van belang. Onder meer het Kempisch zand werd naar Duitsland verscheept via het Kempisch kanaal. Deze vaart liep dwars door de stad, waar twee laad- en losplaatsen waren, nl de grote- en kleine bassin of vaartkom. De grote achter de Nieuwstraat, had verbinding met een tramlijn komende van het station, zodat de tramwagons vlakbij de schepen konden geladen en gelost worden. Het kleine bassin bevond zich aan het einde van de Nonnenstraat en het Lantaarnpad. Voor de Duitsers had Herentals zo een haven en ze vestigden een “ Havenambt” een scheepvaartbureau in huizen in de Fraikinstraat en St-Antoniusstraat, later nog in een deel van kasteel Dierskxsens. Aan sashuis 11 achter het kasteel van de ‘Zaat’ was er een permanente Duitse wachtpost. (bron Historisch jaarboek Herentals, foto’s : p.222 en 223)
-Natuurlijk was ook het spoorverkeer in deze optiek zeer belangrijk. Door Herentals liep de ‘ijzeren Rijn’, dit was een belangrijke ader van de Duitse logistiek die Antwerpen met het Duitse Ruhrgebied verbond. Als belangrijke spoorwegknooppunt met rangeerstation kreeg Herentals een Duitse stationschef met een eigen lokaal. Hij voerde het bevel over zijn Belgische ambtsgenoot die in dienst moest blijven. In Herentals was er daarom een ‘Mobile Bahnhofs-Kommandantur’. De bevoorrading van de gemeenten rond Herentals gebeurde ook vanuit het magazijn van de spoorwegen van het station Herentals. Dit gebeurde meestal met paard en kar.(bron Historisch jaarboek Herentals, foto : p.236)
-Ook het postkantoor werd al snel door Duitse beambten ingenomen. Algauw werden er Duitse bezettingszegels uitgegeven en werd er censuur toepast De vrees voor allerlei spionage was zeer groot. Alle duivenmelkers moesten hun duifjes aangeven uit vrees dat deze berichten zouden kunnen overbrengen. Zelfs de stand van molenwieken en een bepaalde manier van het uithangen van wasgoed om te drogen kon in het begin van de oorlog als verdacht worden beschouwd. De Duitse autoriteiten beperkten ook zeer snel het reizen door het invoeren van een ‘Personen Ausweis’, een voorloper van onze identiteitskaart. Soldaten aan het front konden zich uiteraard niet vrij bewegen maar dit beknopte natuurlijk ook de persoonlijke vrijheid van de bevolking THUIS’. (bron Historisch jaarboek Herentals, foto’s : p. 215 en 219)
-Er gebeurde dus ook veel transport door middel van paarden, ezels, muilezels en muildieren. Denken we maar ook aan de film “ War Horse” . Veel dieren werden ook in onze regio door de Duitse bezetter op geëist voor het leger, ook ander vee voor de voeding der soldaten. Zelfs honden, die in het begin van de oorlog een kar trokken met de weinige mitrailleurs die het Belgische leger rijk was, werden gebruikt.
Ook duiven werden voor het doorgeven van militaire berichten gebruikt. Een beroemd geval is de duif die het laatste bericht uit het Franse fort Vaux (bij Verdun) naar het hoger commando bracht en daarvoor het ‘Legion d’ Honeur’ kreeg.
Er bestaat dan ook een paarse klaproos analoog aan de “POPPIE” voor alle dieren te herdenken die slachtoffer werden in de eerste wereldoorlog.