zondag ????? 2025 : stadswandeling met gids ’80 jaar einde WO2′

Op zondag ??????? 2025 organiseert de vaderlandslievende vereniging Brigade Piron 2.0 – Nete en Aa – een begeleide wandeling (van ongeveer 2,5 km) door het stadscentrum van Herentals met als thema ‘herdenking 80 jaar einde van de Tweede Wereldoorlog (1940-45)’.

Een gids vertelt op verschillende stopplaatsen in de straten van Herentals een kort verhaal over een gebeurtenis die daar tijdens de oorlog heeft plaatsgevonden. Van de mobilisatie van het Belgisch leger in 1939 tot de uiteindelijke bevrijding van West-Europa door de geallieerde legers op 8 mei 1945. Hoe hebben de bewoners van Herentals de 5 oorlogsjaren de oorlog ondergaan, overleefd of bestreden ? Een beklijvend verhaal dat een blijvende herinnering verdiend !

Startplaats : Grote Markt aan het Boerenkrijgmonument te Herentals
Er zijn 2 wandelingen met gids die beginnen : om 10:00 uur in de voormiddag en om 14:00 uur ’s namiddags. De stadswandeling duurt 2 uur.
Deelname is gratis, ook geschikt voor rolstoelgebruikers en gezinnen met een kinderwagen


Hoe de bewoners van Herentals de Tweede Wereldoorlog 1940-45 beleefden ? (teksten nog in voorbereiding)

Startplaats 1 : Grote Markt aan het Boerenkrijg monument

Aanleiding tot het begin van de Tweede Wereldoorlog

  • Hitler en zijn nazi-partij komt aan de macht in Duitsland in 1932
  • herbewapening Duitse strijdmacht ter land, op zee en in de luchtannexatie van Oostenrijk, Tsjechië
  • allianties tussen landen worden gesmeed (de nieuwe wereldorde)
  • annexatie van Duitssprekende gebieden in Oostenrijk, Tsjechië
  • de mobilisatie van de Belgische soldaten in 1938 en 1939
  • Duitse leger valt Polen binnen op 1 september 1939
  • Frankrijk en Groot-Brittannië verklaren enkele dagen later de oorlog aan Duitsland

Op de Grote Markt van Herentals staat achter het stadhuis, de vroegere Lakenhal, het  standbeeld van de ‘Boerenkrijg’. Dit monument symboliseert vandaag nog steeds het streven van de Kempische bevolking naar vrijheid, behoud van de eigen taal, rechtvaardigheid in bestuur en geloof in eigen waarden. Het is ook het symbool van verzet tegen elke  overheersing van vreemde landen  en de onderdrukking van de ingewortelde Kempische tradities. De leuze van de boerenkrijgers of ‘brigands’, zoals de Franse bezetter deze gewapende mannen  in 1798 noemden,  was : ‘voor outer en heerd’, wat betekent voor ‘altaar en haard’, een verwijzing naar behoud van hun godsdienst en gezinswaarden.

Hoe alles begon ….

Adolf Hitler was met zijn Nationaal Socialistische Partij (Nazi) in Duitsland aan de macht gekomen in 1932. Hij schafte stuk voor stuk alle democratisch verworven rechten van de burgers af, verving het bestuur van het land door zijn partijgetrouwen en trad met een beperkte eliteclub van veteranen uit de Eerste Wereldoorlog op als de absolute leider van het land met de volledige steun van het leger.

De Nazi-partij ontwikkelde een cultus rond de persoon van Hitler als ‘de Fuhrer’ van alle Duitssprekende (Germaanse) volkeren in Europa en propageerde het ideaal van een zuiver Arisch volbloed ras dat boven alle andere minderwaardige volkeren stond zoals joden, zigeuners, Slavische volken, Afrikaanse zwarten. Ook gehandicapten, misvormden en geesteszieken mochten worden geëlimineerd.

In 1938 valt het Duitse leger Tsjechië binnen onder goed onthaal van de bevolking van de Duitssprekende gebieden van dat land. De andere Europese landen zoals Groot-Brittannië en Frankrijk laten dit toe omdat ze opnieuw geen groot conflict met Duitsland willen uitlokken zoals tijdens de Eerste Wereldoorlog met vele doden.
Maar wanneer Hitler een jaar later op 1 september 1939 het bevel geeft om Polen te veroveren (met goedkeuring van Stalin  met het leger van Rusland) verdelen ze het uitgestrekte grondgebied onder mekaar onder het mom van de noodzaak van de uitbreiding van levensruimte (Lebensraum) voor hun groeiende bevolking.

Dit gaat voor de Groot-Brittannië nu te ver en op 3 september 1939 verklaart de Britse en Franse regering de oorlog aan Duitsland. Een algemene mobilisatie van alle soldaten in de omringende landen komt op gang.  De Belgische soldaten worden klaargestoomd om ons land te verdedigen en zetten hun stellingen op achter het Albertkanaal. Vermits Herentals aan dit strategisch belangrijke kanaal ligt, krijgen de inwoners van de stad en omliggende gehuchten met de inkwartiering van onze Belgische soldaten te maken. Ter verdediging van het land worden de meeste bruggen over Albertkanaal opgeblazen.

Op 10 mei 1940 valt het Duitse leger België binnen met het doel zo snel mogelijk hun aartsvijand Frankrijk uit te schakelen. Tegen de kracht en overmacht van de Duitse vliegtuigen, tanks en goed getrainde soldaten kunnen onze Belgische jongens weinig doen. Na 10 dagen capituleert België en geeft het Belgische leger zich over. De bezetting van ons land door de Duitsers begint en zal 4 lange jaren duren.

Pas op 23 september 1944 wordt Herentals door het Britse leger bevrijd.
De oorlog is echter hiermee nog niet voorbij want deze duurt nog tot 8 mei 1945 in Europa.
Na het gooien van twee atoombommen geeft Japan zich over en is op 15 augustus 1945 de Tweede Wereldoorlog definitief voorbij. De wederopbouw kan beginnen.


Stopplaats 2 : Hofkwartier – Nazi-propaganda

De aantrekkingskracht van het nationalisme

  • Duitsland na WO1 – Wapenstilstand
  • Verdrag van Versailles
  • Weerwraak op de vernedering
  • rassenzuiverheid (bloed en eer)
  • Germanisme (1 taal = 1 volk)

In de straat het ‘Hofkwartier’ was tijdens de oorlog het ‘propagandahuis’ gevestigd, de plaats waar mensen samenkwamen die Duitsland en zijn Nationaal-Socialistische ideeën goed gezind waren. Vanuit deze plaats werden er allerlei propaganda activiteiten georganiseerd.

Vele mensen voelden zich immers aangesproken door de idealen van het nationaal socialisme en het succes van Hitler die Duitsland zo snel uit de economische crisis had gehaald. Toen de Duitsers ons land bezetten vonden ze al snel vele aanhangers onder de Belgische bevolking omdat ze mee voordeel wilden halen uit de goed georganiseerde aanpak van het dagelijks bestuur. Deze ‘duitsgezinden’ kregen bovendien allerlei voordelen.
Ook in Herentals sloten mensen zich aan bij Duitse organisaties. Ze werden echter door de plaatselijke bevolking als ‘zwarten’ bekritiseerd, verwijzend naar de meestal zwarte uniformen die de leden van deze organisaties droegen


Stopplaats 3 : Augustijnenlaan – dempen Kempens Kanaal

xxxxxxxxxxxxxxxx

  • ddddddddd
  • vvvvvvv
  • wwww
  • www

De oude vaart of het Kempens kanaal liep vroeger dwars door het stadscentrum van Herentals. Op deze verbindingsvaart tussen de Schelde en de Maas was de scheepvaart stilgevallen sinds het openstellen van het grotere Albertkanaal in 1936. Hierdoor was de oude vaart met haar stilstaand water een slecht riekend en ongezonde kanaal geworden in het midden van de stad. Bovendien verhinderden de 3 bruggen die beide delen van het stadscentrum met elkaar verbonden, sinds zij bij het begin van de oorlog waren opgeblazen, een hinderlijk en vervelend obstakel voor het verkeer en het zwaar vervoer.

Daarom bedacht het stadsbestuur in november 1940, samen met de Duitse bezetter, een oplossing om de oude vaart dicht te gooien door het groot aantal werklozen hiervoor aan het werk te zetten. Zo kregen 250 mensen tijdelijk een loongeld i.p.v. steungeld. De oude vaart werd gedempt van de Augustijnenlaan tot achter de Zaat. Later volgde de demping van het kanaal tot Grobbendonk.
Voor het traject van het station in Herentals, over de huidige België- en Augustijnenlaan tot aan de Ring, werd daarvoor het zand van de kleine heuvels uit de nabije Zavelstraat en Hondsbergen afgegraven.

Het traject van de oude vaart door het stadscentrum van Herentals liep vroeger vanaf de huidige rotonde achter het station aan de Olympiadelaan, door de Belgiëlaan en de Augustijnenlaan tot aan de huidige jachthaven. Aan het plein tegenover het grootwarenhuis Colruyt lag vroeger de ‘grote bassin’, een vaartkom waar schepen lagen aangemeerd die werden geladen en gelost langs de kade.


Stopplaats 4 : Begijnhof- stad geeft zich over

België verdedigen of vluchten naar Frankrijk

  • inname fort van Eben-Emael 10 mei 1940
  • Herentals bezet door Duitsers op 14 mei 1940
  • 18-daagse veldtocht
  • Belgisch leger capituleert op 28 mei 1940
  • oproep reserveleger naar Wachtebeke
  • vluchten via brug Grobbendonk
  • plunderingen huizen

Op 10 mei 1940 vallen de Duitse legers gelijktijdig, België, Nederland en Luxemburg binnen. In het ganse land ontstaat paniek omdat mensen zich de gewelddaden van augustus 1914 tijdens de Eerste Wereldoorlog nog goed herinnerden. Vele burgers, gezinnen met kinderen en ouderen laten thuis alles achter en slaan met hun hebben en houden op de vlucht naar familieleden of bekenden in West-Vlaanderen of Frankrijk.

Alle mannen tussen 16 en 35 jaar werden op 10 mei opgeroepen voor het Belgisch Reserveleger en moesten op eigen kracht (met de trein) naar het verzamelpunt in Wachtebeke (nabij Gent) zich aanmelden.

Op 11 en 12 mei 1940 werden alle kanaalbruggen rond Herentals opgeblazen en alle ruiten in de nabije omgeving gingen aan diggelen. Enkel de brug over het Albertkanaal van Grobbendonk bleef gespaard, dit om de eventuele terugtrekking van het Belgische leger mogelijk te maken.

Op bevel van het leger moesten alle zusters hun kloosters verlaten. Enkel de oudere en zieke zusters, samen met enkele oppassers mochten blijven. De meeste zusters vertrokken richting Bouwel en Vorselaar, waar ze tijdelijk werden opgevangen.

Op 14 mei 1940 hadden de Duitsers zonder slag of stoot de stad Herentals ingenomen. Er vielen gelukkig geen doden en gewonden. De kloosterzusters keerden terug en troffen veel vluchtelingen en oude mensen in hun kloostergebouwen aan.

Tijdens de afwezigheid van vele bewoners was er erg veel geplunderd in de stad.
De lokalen in de scholen werden onmiddellijk door de Duitse bezetters opgeëist.

Ongeveer 700 Herentalse gemobiliseerden en dienstplichtigen moesten het vaderland verdedigen tegen de Duitsers. Tijdens deze Achttiendaagse Veldtocht in mei 1940 sneuvelden 16 Herentalse soldaten op het veld van eer.

Eerste Duitse gesneuvelde in Herentals – (het Loopke – verbindingspadje naar Zandstraat)

Zaterdag 1 juni 1940
In de oude vaart aan het Loopke wordt het lijk van een Duitse Feldgendarm gevonden met een schot in het hoofd. De Duitsers verdenken de bevolking van een moordaanslag. Paniek bij de bevolking, bij het stadsbestuur en vooral bij de Duitsers. De burgemeester, de gemeentesecretaris en nog enkele burgers worden enkele uren gegijzeld. Ze worden vrijgelaten nadat een geneeskundig onderzoek blijkt dat de jonge feldgendarm zelfmoord had gepleegd. Een plechtige begrafenis, met veel Duits eerbetoon, volgt 2 dagen later.


Stopplaats 5 : Wolstraat – feldgerdarmerie

Schrikbewind tijdens de bezetting

  • nachtelijke razzia’s -> oppakken van werkweigeraars en vermeende verzetslieden door verklikking
  • ondervragingen door feldgendarmen en burgerlijke collaborateurs
  • verdachten werden doorgestuurd naar de hoofdcentrum in de Begijnhofstraat in Antwerpen (mogelijke deportatie naar concentratiekamp)
  • nacht und nebel : in de vergetelheid
  • anekdote : ontsnapping van een Herentalse verdachte verzetsstrijder via de regenpijp van het politiegebouw

Tijdens de bezetting van ons land in de jaren 1940 tot 44 namen de Duitsers het bestuur van de stad over. Zij zorgden voor strenge verplichtingen en verboden waar zware straffen op stonden. Je kon je maar beter aan de regels houden, wilde je niet zonder enig protocol worden opgepakt en naar een strafkamp ergens ver weg in Duitsland of Polen worden gevoerd. Niemand zou nog iets van je te horen krijgen en keerde je ooit wel levend terug ?

De ordehandhaving tijdens de bezetting van ons land (1940-44) was het werk van de Feldgendarmerie, de militaire Duitse politie. Deze gendarmen  herkende je aan een metalen plaat die met een ketting op hun borst hing. Slechts een zevental Duitse Feldgendarmen verbleven tijdens de oorlog in het kasteel van Diercxens in de Wolstraat.

De Duitse gendarmen werden bijgestaan door Belgische burgers, actief vanaf 1943 voor het opsporen en aanhouden van werkonwilligen, saboteurs en terroristen. Voor Herentals en directe omgeving waren er 8 zulke ‘opspoorders’ gekend. Ze dienden in burgerkledij (eventueel voorzien van een witte armband met opschrift ‘ZivilFahndungsdienst’) en waren gewapend met een pistool. Bij huiszoekingen of tijdens het aanhouden van verdachten daagde versterking op.


Stopplaats 6 : Nederij- oud gasthuis

xxxxxxxxxxxxxxxx

  • ddddddddd
  • vvvvvvv
  • wwww
  • www

De gasthuiszusters van het Oud-gasthuis aan de Kleine Nete hebben ook hun deel van de oorlogsellende moeten ondergaan.
Bij het begin van de oorlog zijn de oudste en jongste zusters op de vlucht gegaan voor de oorlogsdreiging, maar keerden nadien terug naar het gasthuis.
Vanaf april 1941 moesten zij de teruggekeerde zieke krijgsgevangen Herentalse soldaten verzorgen. Ze werden in een aparte zaal ondergebracht en van voedsel voorzien.
In 1943 en 1944 werd het toen nieuwe roodstenen ziekenhuis bezet door de Duitsers. Ze hadden alle zalen ingepalmd, enkel de operatiezaal bleef vrij. Er waren toen nog maar enkele zusters die in het oude gasthuis bleven slapen. De zusters werden gedwongen om samen met de zieken te verhuizen naar het rusthuis Sint-Anna aan de Nederij (waar nu de parking van het huidige ziekenhuis is).
De gasthuiszusters moesten de Duitse soldaten niet verplegen, die verzorgden zelf hun gewonden. In de ziekenzalen van het oude gasthuis werden de gestrafte Duitse soldaten (de dienstweigeraars) opgesloten. Die zalen dienden dus eigenlijk als gevangenis. De opgesloten mannen kregen een onmenselijke behandeling kregen te verduren en werden later naar het front gestuurd.
De Duitse soldaten mochten wel water komen halen in de wasserij omdat er in het oud gasthuis geen water was. Ze kwamen soms ook in het geniep een bad nemen of mee bidden in de kapel, hoewel dat uiteraard niet mocht van hun oversten.
De oorlogsjaren hebben zowel het oude als het nieuwe gasthuis behoorlijk getekend : in 1944 – 45 werden de gebouwen zwaar beschadigd door bommen, voornamelijk toen de Duitsers zich terugtrokken eind september 1944 en de brug naast het gasthuis over de Nete door hen werd opgeblazen. Tijdens hun verblijf in het oude gasthuis hadden de Duitse soldaten behoorlijk wat schade aangericht : op een bepaald moment waren ze vogelpik aan het spelen op de antieke schilderijen.


Stopplaats 7 : Nederij- kasteel Le Paige

xxxxxxxxxxxxxxxx

  • ddddddddd
  • vvvvvvv
  • wwww
  • www

Tijdens de eerste jaren van de bezetting ging het leven van de burgers gewoon zijn gang. De Duitse soldaten deden dooreen gezien niet moeilijk. Er ontstonden dan ook vriendschappen en soldatenliefjes met de Duitse jongens die zo ver en lang weg van huis waren. De café’s draaiden goed en ook de winkeliers en vaklieden werden correct betaald voor hun geleverde goederen en diensten.

Zelfs het kasteel Le Paige werd tijdens de bezetting gebruikt als bordeel voor de Duitse soldaten. Er verbleven ongeveer tien Belgische meisjes, die zich vrijwillig en tegen vergoeding als publieke vrouwen aan de Duitse militairen aanboden. Ze stonden wel onder zeer strenge lichamelijk controle.

Inkwartiering van soldaten (het Sint-Jozefscollege)

Tijdens de mobilisatiewinter van 1939-40 werden verscheidenen leerkrachten van het College voor kortere of langere tijd onder de wapens geroepen (alle geschikte mannen moesten een verplichte legerdienst doen). Bij de inval van de Duitser op 10 mei 1940 werd het College gesloten. Op 14 mei 1940 gaf Herentals zich over en in de loop van juni hernamen zo goed al mogelijk de normale lessen. Om het tekort aan leerkrachten op te vangen, werd beroep gedaan op de knappe (slimme) leerlingen van de hoogste klassen, die aan de kleineren mochten les geven.

Tijdens de bezetting van Herentals door de Duitsers waren er soms meer dan duizend Duitse soldaten in de stad ingekwartierd. Troepen van verscheidene eenheden losten mekaar regelmatig af. Meestal werden de scholen verplicht om onderdak voor de hun soldaten te voorzien, met alle ongemakken die daarbij kwamen. De hogere officieren namen liever hun intrek in een hotel of namen een kamer in beslag bij één van de begoede Herentalsenaren die meestal meer beschikbare ruimte hadden.


Stopplaats 8 : Vlietje- kolentrein

het gewone leven herpakt zich

  • ddddddddd
  • vvvvvvv
  • wwww
  • www

Aan de spoorwegbrug waar vroeger de Molennete (een aftakking van de Kleine Nete die dwars door de stad liep) onderdoor liep, moesten de (stoom)treinen wachten voor de vrijgave van de spoorwissels. Deze wachttijd werd vaak benut om enkele ‘zaakjes’ te regelen.

Januari 1943.
Enige mannen worden aangehouden terwijl ze kolen aan het stelen zijn van een trein. De stoomtrein blijft altijd een paar minuten stilstaan aan de onbewaakte overweg van de Koulaak. De mannen springen op de trein en gooien zoveel mogelijk kolen naar beneden, waar anderen ze in zakken scheppen. Ditmaal zijn de Feldgndarmen met de trein meegereden.

juni 1940
Eens de invasie van de Duitse leger doorheen België achter de rug is (Belgie capituleerd op 28 mei 1940) neemt het burgerleven stilaan terug zijn normale gang. De post is weer open van 9 tot 12 uur. Er wordt een oproep gedaan om werkvolk aan te trekken voor het opruimen van de vernietigde bruggen. Het loon bedraagt 4 frank per uur. Er wordt 60 uren per week gewerkt.

Het hamsteren van voedingswaren is er de oorzaak van dat op korte tijd alle winkels leeg zijn. De bevolking schuimt de omliggende dorpen af op zoek naar eetwaren. Na het brood wordt ook het vlees gerantsoeneerd : 75 gram per persoon en per dag.
De klok op het stadhuis loopt weer. De bevolking mag weer op straat tot 23 uur.

2600 inwoners zijn nog niet van de vlucht teruggekeerd. Onder hen soldaten die zich in Frankrijk of in Duitsland als krijgsgevangenen ophouden.

juli 1940
Het normale dagelijks leven herpakt zich. De bedrijven werken weer, nu ten dienste van de Duitse bezetter en de eigen bevolking. De ‘Zaat’ herstelt de draaibrug aan het station. De schuilkelders worden weer in orde gebracht. De werklozen worden verplicht te werken aan het opruimen van puin en het aanleggen van noodbruggen.
Loon: 5 frank per uur, plus 2 frank voor de moeder thuis, plus 2 frank per kind.

De oude vaart wordt gedempt. De rijkswacht heeft reeds meer dan 200 huiszoekingen verricht om de gestolen winkelwaren van tijdens de vlucht op te sporen.

De dranklokalen (café’s) mogen tot 23:30 uur open blijven.
De avondklok wordt ingesteld op 23:30 uur, dan moet iedereen binnen blijven.

Aan de Sarma (warenhuis) op de Grote Markt staat een file van mensen aan te schuiven voor margarine. De bevolking trekt per fiets de buiten op om aardappelen te kopen. De aardappelprijs bedraagt 1 frank per kilo.


Stopplaats 9 : Olympialaan – volkstuinen

Honger en kou lijden in de oorlog

  • rantsoenering voedsel en verwarming
  • verdeling van zegeltjes en voedselbonnen
  • www

Naargelang de bezetting van ons land door de Duitsers blijft duren, worden de levensomstandigheden van de bewoners steeds slechter. Er ontstaat schaarste van de meeste levensmiddelen en voedseltekorten zodat er honger ontstaat onder de mensen.
Daarom organiseert men hulp via voedselbedeling aan de meest noodlijdenden en wordt rantsoenering van de meeste goederen ingevoerd. Ook ontstaat er een clandestiene verdoken ‘zwarte’ markt waar voedingswaren tegen woekerprijzen anoniem worden verkocht. In juni 1941 kost één ei 4,50 frank per stuk. Rogge kost 35 fr/kg ongemalen. Hesp 150 fr/kg.

Het dagelijks rantsoen per persoon bedraagt : 275 gr brood (een derde van een volledig brood), boter of margarine, aardappels, sigaretten of tabak, zeep.

Rantsoeneringszegels.
Om het hamsteren van etenswaren tegen te gaan en het verkopen van noodzakelijke levensmiddelen tegen woekerprijzen te voorkomen, werden rantsoenzegels verdeeld onder de mensen. Iedereen kreeg een beperkte hoeveelheid zegels, afhankelijk van de samenstelling van het gezin, om brood, boter, aardappelen en groenten te kopen.

Natuurlijk was er weeral misbruik van deze manier van voedselbedeling en werden de rantsoeneringszegels nagemaakt of vervalst. Daarom wisselden de zegels regelmatig van kleur en kregen een andere tekening die erop was gedrukt. De controle op de etenswaren en de rantsoenzegels werden met de tijd daarom steeds strenger. De controleurs hielden de wacht aan bruggen, kruispunten op straat en openbare plaatsen. Sommige arbeiders van zware beroepen zoals mijnwerkers kregen extra rantsoenzegels. Ook zieken en zwangere vrouwen kregen bijrantsoenen.

Er werden ook vele waren gesmokkeld. Men trachtte op allerlei manieren aan eetwaren te geraken, vooral aardappelen en rogge (voor brood) bij de boeren op het platteland. Zij verkochten aan woekerprijzen. De smokkelwaar werd meestal met de fiets getransporteerd tegen het vallen van de avond. Als men ‘gepakt’ werd, was men alles kwijt, ook de fiets en er volgde een fikse boete of een gevangenisstraf.

De smokkelprijzen waren schandalig duur. Vlak voor de oorlog in 1939 kostte (ongemalen) rogge nog 2 frank de kilo, in de winter van 1941 was dit al 30 fr/kg.

Het werk van de Akker

Naarmate de oorlog vorderde, werden de mensen vindingrijker om aan het nodige voedsel te geraken. In 1943 waren de prijzen van smokkelwaar zo hoog gestegen, dat enkel en alleen begoede burgers zich deze producten nog konden aanschaffen. De meeste mensen begonnen zelf te tuinieren. De mensen van Herentals die zelf geen stukje grond bezaten konden van de stad een lapje grond krijgen om zelf aardappelen en groeten op te kweken. Later werd er meestal een tuinhuisje op getimmerd, dat diende als bergplaats voor het tuingereedschap. Deze tuintjes werden ‘het Werk van de Akker’ genoemd..


Stopplaats 10 : Wuytsbergen – de Zaat

bombardementen op stationsgebied Herentals

  • vanaf april 1944, regelmatig bombardementen
  • huizen en bedrijven rond station vernield
  • burgerslachtoffers
  • vliegtuigen bestoken spoorbruggen over kanalen

Oktober 1942
Onderrichtingen aan de bevolking in verband met luchtbombardementen : versterken van de kelders, bakken zand op zolder, aanleggen van loopgraven in de tuin wie geen kelder had. Bij naderende vijandigheden werden de sirenes geloeid, zodat iedereen tijdig zijn schuilplaats kon opzoeken.

De gevreesde bombardementen op Herentals kwamen er pas tijdens de laatste maanden van de oorlog (april en mei 1944), als de geallieerde bommenwerpers de spoorweginstallaties bestoken. Ook in september 1944 moeten de mensen hun schuilkelders invluchten tijdens de beschietingen van de stad door de Engelsen. Maar vooral de ‘onbemande’ vliegende bommen die de Duitsers richting haven van Antwerpen stuurden vanaf oktober 1944, waren de meest gevreesde oorlogstuigen die vele burgerslachtoffers. Vele burgers brachten daarom dikwijls de nacht door in hun ondergrondse ‘bunker’.

De bombardementen van de stationsomgeving in 1944

Een paar maanden voor de geallieerde landing in Normandië (6 juni 1944) werden door Britse en Amerikaanse vliegtuigen regelmatig bombardementen uitgevoerd op alle belangrijke transportinfrastructuur (wegen, bruggen, treinstation, afweergeschut) om de aanvoer van nieuwe troepen en oorlogsmaterieel van de Duitsers te blokkeren. Ook het verzet speelde hierin een rol door sabotage van spoorwegen en via spionage door aan te geven waar belangrijke militaire installaties waren opgesteld.

Ook de omgeving van het station van Herentals kreeg het in de maanden april en mei van 1944 hard te verduren tijdens de regelmatige bombardementen van spoorweginstallaties en de bruggen. Hierbij werd niet al te nauwkeurig ‘gemikt’ door de geallieerde jachtvliegtuigen en bommenwerpers zodat ‘collateral dammage’ onvermijdelijk was. Vooral de fabriekshallen van het bedrijf ‘De Zaat’, vlak aan het station gelegen, kreeg de volle laag en een deel ervan lag in puin. Ook meerdere huizen in de buurt van het station liepen schade op en er vielen ook enkele burgerslachtoffers te betreuren.

Onlangs werd tijdens de aanleg van de nieuwe fiets-o-strade aan de spoorwegbrug over het Kempisch Kanaal, iets voorbij de jachthaven, een ‘blindganger’ van een 500 kg zware bom opgegraven. 75 jaar na het einde van de oorlog kan er dus nog steeds niet ontploft oorlogsmateriaal in de grond zitten.


Stopplaats 11 : stationsplein – krijgsgevangenen

  • spoorknooppunt Herentals tussen Duitsland en Frankrijk
  • militair transport troepen en materieel
  • tanks naar Normandie -> Duitse jeugdbrigade ………….
  • terugkeer Belgische krijgsgevangenen

Het station van Herentals was tijdens de Tweede Wereldoorlog een belangrijk transportknooppunt omdat daar 2 spoorlijnen samenkwamen. Een noord-zuid verbinding tussen Frankrijk en Nederland, via Aarschot en Turnhout en een oost-west verbinding tussen de haven van Antwerpen en het Ruhr-industriegebied in Duitsland via Lier en Hasselt. Alle belangrijk verkeer via de spoorwegen kwam dus door het station van Herentals, zo ook de troepenverplaatsing en het transport van militair materieel, soldaten, krijgsgevangenen en tewerkgestelden in Duitsland.

Bij de verdediging van ons land tegen de inval van de Duitse legers tijdens de 18-daagse veldtocht (8 – 28 mei 1940) sneuvelden 6000 Belgische soldaten en waren er ongeveer 55.000 gewonden.
Van de 600.000 Belgische soldaten werden er 145.000 Vlaamse soldaten door de Duitsers krijgsgevangen gemaakt, maar de meesten werden een half jaar later terug vrijgelaten. Van de 80.000 gevangen genomen Waalse soldaten bleven er 59.000 in gevangenschap tot het einde van de oorlog. Het Hitler-regime beschouwden de Vlamingen als deel van het Germaanse ras.

In het station van Herentals kwamen tot maart 1941 regelmatig krijgsgevangen soldaten toe. De meesten nog in hun militaire uniform. Ze werden opgewacht door hun familieleden en vreugdevol verwelkomd.

Repatriëring van de Belgische soldaten (na de mobilisatie)

Op 28 mei 1940 capituleert het Belgische Leger. De meeste Vlaamse krijgsgevangenen worden vroegtijdig vrijgelaten. Maar in april 1941 verblijven nog 210 Herentalsenaren in gevangenschap in Duitsland. Het Rode Kruis probeerde hun vrijstelling te bekomen.

Op vrijdag 10 januari 1941 komt een trein door het station van Herentals met ongeveer 3000 Belgische krijgsgevangenen die huiswaarts keerden. Onder hen waren ook oud-soldaten van Herentals. Zij kwamen ’s avonds om 22 uur in Herentals aan met een rodekruis auto. Ze hadden drie dagen en nachten in een goederentrein zonder vuur gezeten.

Transport van troepen en oorlogsmateriaal

Gedurende de ganse oorlog passeerden regelmatig Duitse troepen en legermateriaal via de trein het station van Herentals op weg naar de verschillende fronten. Voor hun vertrek naar het slagveld werden de soldaten in de lokalen van  de scholen en kloosters van Herentals tijdelijk ingekwartierd.


1942 – Afrika korps – Generaal Rommel – Duitse bezetting van Noord-Afrika – poging om het Suez kanaal in Egypte te bereiken en zo de bevoorradingslijnen van de Britten te blokkeren
1944 – Hitlerlugend   -> Normandie -> jonge soldaten – pantzereenheid – geallieerde landing


Stopplaats 12 : Capucijnenstraat – winterhulp

De Tramstatie

  • maaltijden voor de schoolkinderen
  • verdeling voedselhulp
  • wwww
  • www

Vroeger reden er in Herentals en omstreken nog stoomtrams (er waren toen nog geen autobussen). De oude tramstatie op de hoek van de Nieuwstraat en Capucijnenstraat werd tijdens de oorlog in gebruik genomen als opslagplaats voor in beslag genomen goederen en de verdeling ervan voor de noodlijdende Herentalsenaren. Om aan de nodige fondsen te geraken voor de aankoop van eetwaren en levensnoodzakelijke goederen, richtte Winterhulp talrijke manifestaties in. In september 1942 was er een Vlaamse kermis en feestelijkheden in het Patronaat die zeer veel succes kenden. Samen met het Davidsfonds en de harmonie Sint-Cecilia werden ten voordele van Winterhulp toneelavonden en andere culturele manifestaties georganiseerd.

Winterhulp was een Belgische vereniging van nationale solidariteit, opgericht om hulp te verlenen aan alle burgers die deze dringend nodig hadden. Door sommigen werd Winterhulp ten onrechte beschouwd als een der vele collaboratie-organisaties.
Het werk van Winterhulp had ten doel om allerhande bijdragen in te zamelen en uit te delen volgens het beginsel van onderlinge hulpverlening, in het bijzonder aan de armen en misdeelden. En om steun te bieden ter verbetering van hun lot en bestaan. Herentals bood hulp aan de schoolgaande jeugd en kansarmen en andere sukkelaars.

Het Rode Kruis

Deze organisatie leverde tijdens de oorlogsjaren reuzewerk, niet alleen door hun inzet tijdens de bombardementen en de beschieting van de stad  of door het verlenen van eerste hulp bij ongevallen, maar ook door het lenigen van leed en het bieden van hulp aan ieder die het nodig had. Ze verzamelde goederen en eetwaren voor het pakje van de krijgsgevangenen en van politieke gevangenen in België en Duitsland. Het Rode Kruis werkte nauw samen met Winterhulp.


Het Vlaamse Kruis

De voorzitter van het Vlaamse Kruis Afdeling Herentals was dokter Joris Geens. Hij werd bijgestaan door enkele Herentalse verpleegsters. Het Vlaamse Kruis was een paar jaar voor het begin van de oorlog afgesplitst van het Rode Kruis van België wegens onenigheid tussen de Vlaamse vrijwilligers en de francofone burgerklasse, die onze taal miskenden.  Tijdens de oorlog echter werkten beide ‘Kruisen’ echter terug nauw samen, want ze streefden dezelfde doelstellingen na. Bij elke gelegenheid werd geld ingezameld met busjes of werden er verkoopstandjes opgericht.


Stopplaats 13 : Belgiëlaan – het Verzet

Gewapend verzet en verdoken weerstand

  • ddddddddd
  • vvvvvvv
  • wwww
  • www

Vanaf het jaar 1943 leed het Duitse Leger steeds meer verliezen aan soldaten (gesneuvelden, gewonden en vermisten) en terrein in de bezette gebieden (Noord-Afrika en Italië). Ze werden door de geallieerde legers van Groot-Britannië, Amerika en Canada, alsook door de immense leger van de Sovjet Unie, steeds verder richting Duitsland teruggedreven. De oorlog kwam op een keerpunt en de sfeer van de Duitse bezetter sloeg om van vriendelijkheid jegens de bevolking naar driest geweld, wraak en achterdocht tegen al wie de organisatie van het nazi-regime tegenwerkte.
Dit kwam vooral door de sterke organisatie van het plaatselijk verzet die in actie kwam door sabotage te plegen, troepentransporten te verhinderen en aanslagen op militaire installaties te doen. Deze verzetsstrijders, bestonden uit jonge mannen uit de lokale bevolking, werden bewapend en bestuurd vanuit het buitenland (London). Het gewapend verzet was goed georganiseerd volgens een militaire structuur, bijna zoals een echt leger, maar dan ondergedoken en ze opereerde in het geheim. In onze streken waren verschillende verzetsorganisaties vanaf 1943 actief.
De Weerstand of het Verzet in België kon pas vanaf 1942 op de steun van de Belgische regering, die zich in Londen bevond, rekenen.

Het Verzet uitte zich op verschillende vlakken : inlichtingen verschaffen via spionage, sluikpers door het verspreiden van vluchtschriften, industriële sabotage door het nietigen van militaire goederen , ontsnappingslijnen (voor piloten van neergeschoten geallieerde vliegtuigen) en tenslotte gewapende militaire akties tegen de vijand. Verder was er ook nog hulp aan Joden, werkweigeraars en personen die door de Duitse politie werden gezocht.

Sommige verzetslieden waren actief in meerdere organisaties. Hun aantal schommelde rond de 100.000 mensen die ondergronds moesten gaan en aan wie valse papieren moesten worden verstrekt.
De uitvoeringsbevelen om tot actie over te gaan werden meestal via de Engelse radio (B.B.C) in codezinnen aan de verzetslieden overgemaakt.
In Herentals waren er verschillende weerstandsgroeperingen actief. De belangrijkste waren :
   – het A.S. (Armée Secrète) of het G.L. (Geheim Leger)
   – het N.K.B. (Nationale Koningsgezinde Beweging)
   – het K.L. (Kempisch Legioen)
   – het O.F. (Onafhankelijkheidsfront).
Al deze groeperingen waren in onze streek beter gekend onder de noemer ‘Witte Brigade’. In totaal werden door de officiële diensten na de oorlog 147 verzetslieden als ‘Erkend Weerstander’ voor Herentals geregistreerd.

In de oorlogsjaren werden in Herentals 67 inwoners door de Duitsers aangehouden die verdacht werden van verzetsdaden en andere strafbare feiten. Hiervan overleefden 12 veroordeelden hun jarenlang verblijf in een concentratiekamp ver weg van thuis niet.

Na de bevrijding van Herentals op 23 september 1944, vervoegden enkele weerstanders zich bij het oprukkende Engelse leger en namen deel aan de latere gevechten van de bevrijding van Nederland (die tot mei 1945 duurden). Een deel van de verzetslieden werd opgenomen als supplementaire politieagenten bij het politiekorps van Herentals.


Stopplaats 14 : Zandstraat – collaboratie

xxxxxxxxxxxxxxxx

  • ddddddddd
  • vvvvvvv
  • wwww
  • www

In België waren er meer dan een 500.000 werklozen. Duitsland kreeg het gedaan om in 3 jaar tijd meer dan 6 miljoen werklozen aan werk te bezorgen.
Het fair optreden van de Duitse soldaten tijdens het eerste bezettingsjaar, de hulp die aan de vluchtelingen geboden werd bij hun terugkeer naar hun woonplaats, het vroegtijdig ontslaan van de Belgische soldaten uit krijgsgevangenschap, dit alles werkte de collaboratie in de hand.

Herentals bleef niet achter. Aanvankelijk was er van verzet geen sprake en de grote meerderheid van de bevolking was ervan overtuigd dat Duitsland de oorlog gewonnen had. Bijgevolg sloten vele leden van jonge gezinnen zich aan bij één van de jeugdorganisaties van de ‘Nieuwe Orde’ zoals de Hitlerjeugd, de Dietse Meisjesscharen of het Nationaal Socialistisch Jeugdverbond. Deze jonge mensen zullen na het einde van de oorlog hun actieve deelname aan de nazi-ideologie moeten berouwen, want ze werden later voor hun collaboratie gestraft of belanden een tijdlang in de gevangenis..

Herentals heeft tijdens de bezetting echter niets met het jodenprobleem te maken gehad.
Er waren 3 vormen van medewerking aan de bezetter of collaboratie :

Economische collaboratie
Deze ‘lichte’ vorm van medewerking met de Duitsers was slechts gebaseerd op winstbejag, d.w.z. geld verdienen aan de bezetter. Praktisch alle ambachtslieden, fabrikanten, neringdoeners, winkeliers en handelaars boden aan de bezetter hun diensten en waren aan. Dit gebeurde meestal vrijwillig, maar soms werden ze ook verplicht om bepaalde goederen te leveren en werkzaamheden uit te voeren. Velen verdienden daarmee een aardig centje bij. Slecht een paar firma’s weigerden resoluut mee te werken met de Duitsers o.a. de drukkerij Bongaerts (uitgever van het weekblad ‘Het Kempenland’) en de ‘Zaat’ (het Zwitsers bedrijf dat neutraal bleef in de oorlog).

Militaire collaboratie
Door allerlei propaganda zoals aanplak affiches of nieuwsberichten in de plaatselijke cinema lieten sommigen zich overhalen op aan te sluiten bij het Duitse leger. Dit kon bij de Waffen-SS zijn of andere paramilitaire nationaalsocialistische organisaties zoals de Vlaamse Wacht of de Zwarte Brigade.
Sommige Belgische jongens werden overgehaald om mee te vechten tegen het communisme in Rusland. Deze vrijwillige ‘oostfronters’ werden ingelijfd in het ‘Vlaams Legioen’ en kregen een harde militaire training. Velen sneuvelden echter aan het Russische front of kwamen om van ontbering door de lange en strenge winters aldaar.

Politieke collaboratie
Een beperkte groep van mensen koos bewust voor samenwerking met de bezetter, maar was echter niet kwaad bedoeld. Men onderscheid 2 groepen:
– personen die een leidende functie vervulden tijdens de oorlog zoals burgemeesters, industriëlen en geneesheren.
– personen met een uitgesproken Vlaamse houding die dweepten met het Groot-Germaans en Diets ideaal zoals schrijvers, toondichters en allerlei kunstenaars.

Er waren in België twee Vlaamse collaboratie-strekkingen :
– Het V.N.V of het Vlaamse Nationaal Verbond
– De VLAG of het Duits-Vlaamse Arbeidsgemeenschap

Na de bevrijding van Herentals op 23 september 1944

Doordat het wettelijk gezag de eerste dagen na de bevrijding ontbrak, doken overal ‘nieuwe’ weerstanders van het late uur op die zinden op wraak tegen de mensen die met de Duitsers hadden samengewerkt. Ze waren heer en meester op straat, ze lieten plunderingen toe of hielpen eraan mee. Vele vermeende collaborateurs werden door de Witte Brigade opgepakt en opgesloten in het Vlaams Huis in de Bovenrij, in het Patronaat op de Grote Markt en bij de Broeders in de Sint-Jansstraat. De verdachten ‘zwarten’ werden met vrachtwagens naar de Dierentuin van Antwerpen overgebracht en daar in de apenkooien als wildvee tentoongesteld


Stopplaats 15 : Molenvest – oorlogsmonument

De Besloten Tijd

  • ddddddddd
  • vvvvvvv
  • wwww
  • www

Tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog werden vele (jonge) mannen opgeroepen om als soldaat het vaderland te gaan verdedigen tegen de oprukkende Duitse legers die ons land binnenvielen.
Tijdens de Groote Oorlog van 1914 – 18 hebben de Belgische soldaten 4 jaar lang stand gehouden in de loopgraven van de onder water gezette IJzervlakte in de Westhoek. Er sneuvelden 89 soldaten van Groot-Herentals.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog (1939 – 45) gaf het Belgisch Leger zich over na 18 dagen van felle strijd tegen de Duitse inval van 10 mei 1940.

Herentalse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog (1940 – 45)

Tijdens de Tweede Wereldoorlog (1940-45) zijn er minstens 79 dodelijke slachtoffers gevallen die van Herentals afkomstig zijn, naast de vele gewonden die met hun fysieke en geestelijke verminkingen moesten verder leven na de oorlog.

In het begin van de Tweede Wereldoorlog zijn er 16 Herentalse soldaten gesneuveld die tijdens de 18 daagse veldtocht (10 – 28 mei 1940) ons land hebben verdedigd tegen de inval van de Duitse legers.

De 16 Herentalse gesneuvelden tijdens de 18-daagse veldtocht van 10 tot 28 mei 1940.

Tijdens die periode zijn vele burgers uit onze regio gevlucht naar hun familieleden in West-Vlaanderen en Noord-Frankrijk. Tijdens hun gevaarlijke zwerftocht door ons land vielen er 16 burgerslachtoffers van Herentals te betreuren, vanwege beschietingen en bombardementen van de snel oprukkende Duitsers.

Tijdens de bezettingsperiode van ons land (in de periode 1941-44) werden 5 Herentalse burgers door Duitse soldaten doodgeschoten. Tientallen mannen uit het verzet werden tijdens de laatste twee jaren van de oorlog opgepakt en naar concentratiekampen gevoerd. 12 Herentals verzetslieden zijn daar als gevolg van hun zware werkstraffen van uitputting en ontbering overleden.

De 12 verzetslieden die omkwamen in de Nazi-concentratiekampen (periode 1943-44).

Ook 8 Herentalse burgers die naar Engeland waren gevlucht of in Duitsland verplicht waren tewerkgesteld kwamen om.

Bij de bevrijding van de Normandische kust in Frankrijk (augustus 1944) is de Herentalse soldaat van Brigade Piron, Jules Leysen, zwaar gewond geraakt op 16 augustus 1944 en de dag nadien overleden.

Enkele maanden vóór en na de bevrijding van ons land vielen er in totaal 21 Herentalse slachtoffers te betreuren vooral tijdens bombardementen (van de stationsomgeving in april 1944) en tijdens de beschietingen vlak voor de bevrijding van Herentals (september 1944). Er waren ook meerdere doden en gewonden door mijnontploffingen en vliegende bommen (V1 en V2 vanaf oktober 1944) in de omgeving.

Jules Leysen, soldaat van Brigade Piron, overleed op 17 augustus 1944 aan zijn verwondingen na een verkenningstocht in het dorpje Sallenelles aan de Normandische kust. Dit was aan het begin van de geallieerde militaire operatie ‘Paddle’, die tot doel had alle kustdorpen langs de Côte Fleurie te bevrijden van de Duitse bezetters (15 – 31 augustus 1944).

Fotokader voor Sergeant Jules Leysen, hulde aan zijn offer voor het vaderland.

Stopplaats 16 : St-Jansstraat- oorlogsslachtoffers

Aan het Onze-Lieve-Vrouw kapelltje in het steegje aan de Sint-Jansstraat wordt jaarlijks bij de herdenking van de bevrijding van Herentals (op 23 september) een korte bijeenkomst gehouden voor de burgerlijke oorlogsslachtoffer van Herentals.

  • de zus van de in 1944 omgekomen jongen wordt thuis opgehaald met een old-timer Jeep
  • kinderen van de school lezen enkele korte teksten voor over het belang van de vrede in de wereld
  • er worden bloemstukken en door de kinderen zelfgemaakte knutselwerken neergelegd aan de voet van het kapelletje
  • Vaandels en toespraken
  • Belgisch en Canadees volkslied

Tijdens de ‘Besloten Tijd’ van Herentals (6 tot 23 september 1944) werd het centrum van Herentals regelmatig beschoten door de artilleriebatterijen van de geallieerden die opgesteld stonden aan de zuidzijde van het Albertkanaal en die van de Duitsers die zich bevonden op de Kempense Heuvelrug.
Op 19 september 1944, een paar dagen voor de bevrijding van Herentals, viel een granaat op de huizen van de Sint-Jansstraat. In het zijstraatje naast de toenmalige café van Juul Mariën ontplofte een obus midden een groepje mensen die daar stonden te praten. Drie mensen waren op slag dood en één stierf ’s anderendaags in het ziekenhuis. Het jongste slachtoffer was Jos Mariën, slechts 13 jaar oud.


Stopplaats 17 : Kerkstraat – ontmijning van de klokkentoren

xxxxxxxxxxxxxxxx

  • ddddddddd
  • vvvvvvv
  • wwww
  • www

De Duitser hadden boven in de kerktoren van de Sint-Waldetrudiskerk een observatiepost geïnstalleerd, waar 2 soldaten de troepenbewegingen van het Britse leger, die zich achter het Albertkanaal bevonden, moesten doorgeven. Van hieruit konden ze het Duits geschut richten om de Britten aan de overkant van het kanaal onder vuur te nemen.
Tijdens de belegering was naast de kerktoren, ook de stadhuistoren en de watertoren aan de Poederleese weg met dynamiet ondermijnd, om deze bij eventuele terugtrekking van de Duitsers, te laten springen zodat deze observatieposten niet konden worden gebruikt door de Britten.
 
Eén van de laatste dagen van de Duitse bezetting in september 1944 wordt Nest Van Sande, de stadssecretaris van Herentals, bij de Ortskommandant ontboden. De Duitse bevelhebber vroeg of hij ervoor kon zorgen dat de lichamen van de 2 soldaten die zich in de kerktoren bevonden en gedood waren bij de eerdere beschietingen op de stad door de Britten, zouden worden geborgen. Zelf konden de Duitsers hun gedode kameraden niet meer evacueren omdat bij een eventuele volgende beschieting van de kerktoren de dynamiet, die eronder zat, zou exploderen en er nog meer doden zouden vallen.

De stadssecretaris was zowat de bemiddelaar tussen de Duitse en Engelse bevelhebbers en kon het zodanig regelen dat er voor een kort periode een soort van ‘staak het vuren’ aan beide zijden werd afgesproken. Nest vroeg aan de Duitse commandant of hij voor de gevaarlijke opdracht van het weghalen van de dode lichamen in de hoge toren in ruil de dynamiet die onderaan de kerktoren was geplaatst, mocht verwijderen. De commandant stemde hiermee in als hij echter eerst de lichamen van zijn makkers in handen kreeg.

Op 22 september 1944, daags voor de bevrijding van Herentals, gaat Nest Van Sande in de namiddag met enkele helpers de stenen wenteltrap van de bijna 50 meter hoge kerktoren op en weten ze de lichamen van de 2 Duitse soldaten met veel moeite terug op de begane grond te krijgen. De Britten voeren zoals afgesproken op dat moment geen beschieting van de stad uit.

Het weghalen van de dynamiet uit de kerktoren werd echter uitgevoerd door de tijdelijk dienstdoende burgemeester Camiel Laureys, die beneden in de kerk de wacht hield. Het ging om 180 à 200 kg dynamiet dat aan de verticale hoeksteunen van de torenspits was vastgemaakt en door enkele helpers op de begane grond op een karretje werd geladen.

Beide acties werden uitgevoerd door gewone burgers en waren levensgevaarlijk. Ze getuigen van een onverschrokken durf en heldenmoed en hebben er zo voor gezorgd dat de Bovenkerk nog bestaat


Stopplaats 18 : Herenthoutseweg – Albertkanaal

Belang van de Kempense kanalen

  • mei 1940 : Albertkanaal vormt vergeefse hoofdverdediging tegen inval van Duitse Legers
  • sept 1944 : Kempische kanalen worden door Duitsers gebruikt als barrière tegen de opmars van de geallieerde bevrijders
  • alle bruggen over de kanalen worden 2 keer opgeblazen (begin en einde oorlog)
  • tijdens oorlog steken burgers de waterwegen over met een vlot aan een trekkabel
  • in Geel-ten-Aard steken de Duitsers in september 1944 de dijken door en loopt het Kempens Kanaal tussen sas 7 en 8 leeg en overstroomt het de velden.

Het Albertkanaal en het Kempisch Kanaal speelden een belangrijke strategische rol bij de verdediging van België. Vermits de stad Herentals vlak tegen deze kanalen ligt, wilde het Belgisch Leger deze barrière met hand en tand verdedigen tegen een eventuele invasie van de Duitsers. Tijdens de mobilisatie van 1939 werden daarom meer dan tienduizend Belgische soldaten ingekwartierd in de openbare plaatsen van de stad, vooral in de scholen maar ook bij de lokale bevolking zoals in de schuren van de boerderijen in de nabije omgeving van het Albertkanaal.
Na de inval van de Duitse legers werden op 11 en 12 mei 1940 alle kanaalbruggen rond Herentals opgeblazen en alle ruiten in de nabije omgeving gingen aan diggelen. Enkel de brug over het Albertkanaal van Grobbendonk bleef gespaard, dit om de eventuele terugtrekking van het Belgische leger mogelijk te maken. Maar het mocht niet baten want op 14 mei 1940 hadden de Duitsers zonder slag of stoot de stad Herentals ingenomen. Er vielen gelukkig geen doden en gewonden.


Stopplaats 19 : De Vest – Brigade Piron

xxxxxxxxxxxxxxxx

  • ddddddddd
  • vvvvvvv
  • wwww
  • www

In het smalle straatje, waar vroeger de vestingswallen rond de stad lagen, bevind er zich een klein verenigingslokaal dat toebehoort aan de oud-scouts en dat de naam ‘Den Brigand’ draagt of ook ‘de Smisse’ wordt genoemd. Dit ietwat achterin gelegen lokaal herbergt een klein museum met oude foto’s en attributen ter herinnering aan de scoutsleden die tijdens de tweede wereldoorlog zijn omgekomen als politieke gevangene in de Duitse concentratiekampen. Ook hangen er foto’s van jonge scouts die als soldaat bij de ‘Brigade Piron’ deelnamen aan de bevrijding van Belgiê en Nederland.

De 1ste Belgische Groepering (the First Belgian Independant Group) of in de volksmond : ‘Brigade Piron’, dankt zijn naam aan  de Belgische kolonel S.B.H. Piron.

Tussen 20 en 26 mei 1940 besloot de Britse overheid hun troepen (ongeveer 300.000 soldaten) te evacueren, nadat ze door het Duitse leger tijdens de Blitz-Krieg waren ingesloten in en om de stranden van Duinkerken in Noord-Frankrijk. Zo werden ook bijna 28.000 Belgische soldaten naar Engeland overgebracht. Daar kregen ze samen met de andere geallieerde strijdkrachten een jarenlange militaire training.

Twee maanden na de landing van de Amerikaanse, Britse en Canadese strijdkrachten op 6 juni 1944 langs de bekende Normandische stranden, ontscheepten op 3 augustus 1944 de 2000 manschappen – deels vrijwillig, deels verplicht – van Brigade Piron met 500 voertuigen (gepantserde auto’s, artillerie, genie en andere diensten) in Courseulles-sur-Mère. Daar moesten de Belgische strijdkrachten de dorpen langs de Normandische kuststreken zuiveren van de Duitsers tot aan de stad Le Havre, een belangrijke grote haven aan de monding van de Seine.

Een maand later, onder bevel van het 30ste Britse Legerkorps, deed de Brigade Piron op 4 september 1944 haar triomfantelijke intrede in onze hoofdstad Brussel.
Daarna werd de eenheid mee ingezet voor de bevrijding van de provincie Limburg (Leopoldburg) en vochten ze aan het kanaal van Wessem (aan de Nederlands grens). Na een reorganisatie van de bataljons, wordt een deel van de Brigade Piron in april 1945 ingezet in de sector Capelle aan de Bergse Maas ten noordoosten van Breda in Nederland. 

De soldaten van Brigade Piron hebben dus Herentals niet mee bevrijd, maar zijn voor ons wel belangrijk omdat er enkele Herentalse jongens bij deze Belgische legereenheid betrokken waren.


Brigade Piron  – Het Belgische Leger tijdens de bevrijding –

Er waren 35 soldaten van Herentals die deel uitmaakten van Brigade Piron (of Brigade Bevrijding) en die meevochten aan de zijde van de Britse en Canadese legers tijdens de bevrijding van Noord-Frankrijk, België en Nederland. Hiervan waren 25 Herentalse soldaten die vanaf 7 augustus 1944 (aan land werden gezet in Normandië) en er bij het begin van de bevrijdingstocht naar België betrokken waren. Hun foto’s hangen in het lokaal van de oud-scouts ‘de Smisse’.

Na de bevrijding van Herentals op 23 september 1944 treden nog 7 Herentalsenaren toe tot de eenheid en namen deel aan de verdere veldtochten in Nederland en het noorden van Duitsland.

Een heel ander verhaal is dat van de Belgische commando-eenheid waarvan de Herentalsenaar Marcel Lambrechts en Frans Hermans deel uitmaakte. Zij werden ingezet bij de bevrijding van Italië (1943).

De enige Herentalse soldaat van Brigade Piron die is gesneuveld is Jules Leysen. Hij behoorde tot de 3e Gemotoriseerde Eenheid en overleed op 17 augustus 1944, slechts 10 dagen na het begin van de bevrijdingstocht, aan zijn verwondingen te Sallenelles in Normandie. Hij was amper 23 jaar.

Jules Leysen is de enige gesneuvelde Herentalse soldaat van Brigade Piron.
Na zijn repatriëring naar Herentals ligt Jules begraven op de stedelijke begraafplaats in Bosbergen. Elk jaar op 2 november (met Allerzielen) brengen de bestuursleden van de vaderlandslievende vereniging Brigade Piron 2.0 – Nete en Aa – een kort eerbetoon aan zijn laatste rustplaats.

Stopplaats 20 : Bovenrij – Vlaams huis

Volkswoede tegen de collaborateurs

  • ddddddddd
  • vvvvvvv
  • wwww
  • www

Doordat het wettelijk gezag de eerste dagen na de bevrijding (september 1944) ontbrak, doken overal ‘nieuwe’ weerstanders van het late uur op die zinden op wraak tegen de mensen die met de Duitsers hadden samengewerkt. Ze waren heer en meester op straat, ze lieten plunderingen toe of hielpen eraan mee. Vele vermeende collaborateurs werden door de Witte Brigade opgepakt en opgesloten in het Vlaams Huis in de Bovenrij, in het Patronaat op de Grote Markt en bij de Broeders in de Sint-Jansstraat. De verdachten ‘zwarten’ werden met vrachtwagens naar de Dierentuin van Antwerpen overgebracht en daar in de apenkooien als wildvee tentoongesteld.

De repatriering of de terugkeer van politieke gevangenen naar het vaderland

Vanaf maart 1945 komen vele ontheemden die door de oorlogsomstandigheden in Duitsland waren terecht gekomen aan met de trein in het station van Herentals.
In de school bij de ‘Broeders’, het huidige Scheppersinstituut in de Sint-Jansstraat, wordt een onthaalcentrum ingericht waar deze zeer heterogene groep van deze mensen wordt ingeschreven, ontluisd, gevoed, van een identiteitsbewijs voorzien en voorlopig gehuisvest indien nodig. Er waren een 1000-tal bedden in de school voorzien. De mensen die moesten doorreizen naar verdere bestemmingenkrijgen kregen ook een som geld mee. De ‘zwarten’ echter die werden herkend, werden op slag aangehouden. Er waren 615 ‘gedeporteerde’ Herentalsenaren die in de loop van 1945 terugkeerden.


Stopplaats 21 : De Paepestraat – verplichte tewerkstelling

xxxxxxxxxxxxxxxx

  • ddddddddd
  • vvvvvvv
  • wwww
  • www

Op de hoek van de Bovenrij en de Paepestraat stond vroeger een huis dat tijdens de oorlog dienst deed als de ‘Deutsche Werbestelle’, de organisatie voor de tewerkstelling in Duitsland.

In juni 1940 waren er in België meer dan 500.000 werklozen, wat zeer veel was omdat toen de meeste vrouwen niet buiten huis werkten zoals nu, maar thuis het huishouden bij de kinderen deden.
Daarom troffen de Duitsers enkele dringende tewerkstellingsmaatregelen. De voornaamste ervan was : de vrijwillige tewerkstelling van Belgische arbeiders in Duitsland en het gebruik van werkloze arbeidskrachten bij de wederopbouw van het land. Er waren heel wat vernielingen te herstellen.

In Duitsland was er een tekort aan arbeidskrachten om de oorlogsindustrie (voor het maken van tanks, kanonnen, wapens, vliegtuigen, schepen, munitie enz.) op peil te houden. Iedere Duitser  arbeider kon immers worden opgeroepen als soldaat om het oorlogsfront te versterken. En er waren al zoveel Duitse mannen in het leger betrokken bij de talrijke offensieven in Zuid-Europa, Noord-Afrika en Rusland.

Tussen 1940 en begin 1943 zijn meer dan 1000 arbeiders uit Herentals vrijwillig naar Duitsland gaan werken. Zij deden dat uit noodzaak, om voor henzelf en voor hun gezin de kost te verdienen. Als ze tijdens een korte verlofperiode naar huis kwamen, werden ze aan het station van Herentals door hun familie verwelkomd. De verlofgangers uit Duitsland waren bepakt en beladen met voedingswaren en hadden de zo noodzakelijke centen bij.

Later, in de tweede helft van 1943, bleven vele arbeiders na hun verlof thuis. Ze hadden angst voor de luchtbombardementen op de fabrieken van de Duitse steden, die geen onderscheid maakten tussen de industriële productiehallen of de arbeiderswoningen in de buurt. Maar vooral wegens het feit dat de levensomstandigheden in Duitsland ondertussen erg verslechterd waren door de aanslepende oorlog. Deze arbeiders werden opgespoord wegens contractbreuk. Bij hun aanhouding werden zij dan verplicht om opnieuw naar Duitsland te gaan werken. Om hieraan te ontsnappen, doken zij onder en sloten zij zich aan bij het verzet. De verzetsorganisaties zorgen dan voor de bedeling van hun rantsoenzegels en geld, een vorm van soldij. Dit stelde hun in staat om te overleven.

Verplichte arbeidsdienst
De verplichte arbeidsdienst werd op 6 oktober 1942 ingesteld en voorzag dat alle personen zonder werk in Belgie (mannen tussen 18 en 50 jaar en ongehuwde vrouwen tussen 21 en 35 jaar) verplicht werden tot arbeidsdienst in Duitsland (of aan de verdedigingswerken aan de Atlantik Wall in Frankrijk). Echter groepen van beroepen waren vrijgesteld van deze verplichte arbeidsdienst : geestelijken, rijkswachters en politie, studenten (hogere studies), gespecialiseerde beroepen en landbouwers.

De Werbestelle
Deze dienst zorgde voor de organisatie van de tewerkstelling in Duitsland. De lijsten van de werkweigeraars werden aan de Duitse autoriteiten overgemaakt waardoor er, met of zonder de hulp van de Feldgendarmerie of de Zivilfahndung, ‘jacht’ werd gemaakt op al wie onderdook om aan de verplichte arbeidsdienst in Duitsland te ontsnappen.
Zij die opgepakt werden, keerden onder dwang naar hun arbeidsplaats in Duitsland terug. Ze werden echter niet naar een concentratiekamp gestuurd, zoals wel eens werd beweerd.
Meerdere Belgen die tot de Werbestelle behoorden, waren tevens hulp-feldgendarm of lid van de Algemene SS en hielpen regelmatig mee bij het opsporen van werkonwilligen.


Stopplaats 22 : Nonnenstraat – 6 omgekomen weeskinderen

xxxxxxxxxxxxxxxx

  • ddddddddd
  • vvvvvvv
  • wwww
  • www

De besloten tijd : tussen 5 en 23 september 1944

Het stadscentrum van Herentals onderging op het einde van de oorlog een belegering van 18 dagen.
Deze belegering, met enerzijds het Britse leger ten zuiden van het Albertkanaal (buiten de stad) en anderzijds het Duitse leger in het centrum van Herentals, aan de noordelijke zijde van het kanaal, zorgde voor meerdere korte militaire schermutselingen waarbij vaak burgerslachtoffers vielen.

Alle (herstelde) bruggen over het Albertkanaal waren op 4 september 1944, door de Duitsers opgeblazen. Enkel vrouwen mochten nog vóór de middag op straat om boodschappen te doen.
Mannen die op straat moesten komen om de meest elementaire hulp te bieden moesten een rode-kruis armband dragen : dokters, pastooors, burgemeester en stadssecretaris.
Wie zich niet aan het verbod hield werd doodgeschoten door de Duitsers.

Op 5 september bereiken de geallieerde (Britse) troepen het Albertkanaal en bevrijden Olen en Morkhoven. Herentals moest echter nog meer dan twee weken wachten op haar bevrijding.

————————————————————————-

Op het Besloten Hof, het mooie binnenplein van het klooster van de Zusters Franciscanessen in de Nonnenstraat, staat sinds 2017 een monument ter herdenking van de 6 weeskinderen die vlak voor de bevrijding van Herentals zijn omgekomen. Het monument is een werk van kunstenaar Lievens en stelt een klein meisje voor dat uitstrekt op de grond ligt, met in haar hand een klein knuffelbeertje.

Op 15 september 1944 rond twee uur in de namiddag gebeurde één van de meest dramatische ongelukken van de oorlog in Herentals. Tijdens de beschieting van het centrum van de stad kwam plots een granaat neer op het binnenplein van het klooster van de zusters Franciscanessen. Juist op dat moment waren de weeskinderen, die door de zusters waren opgevangen in het meisjespensionaat,  buiten tijdens een rustpauze aan het spelen. De ontplofte obus richtte een enorme ravage aan : 6 kinderen waren op slag dood of stierven aan hun verwondingen. In totaal waren er 19 slachtoffers, de meeste van het vijfde, zesde en zevende leerjaar.

De Engelse artillerie stond opgesteld in de omgeving van Noorderwijk en vuurde regelmatig salvo’s af op de Duitse militaire installaties die opgesteld standen achter het Albertkanaal ten noorden van Herentals. De Duitsers hadden hun observatieposten op de Sint-Waldetrudis kerktoren en de belforttoren in de stad. Van daaruit konden ze alle troepenbewegingen van de geallieerden goed zien. De Duitse artillerie, een Flak-luchtafweerstelling, stond opgesteld op de Kempische Heuvelrug in de Lichtaartse bossen.
Op 14 september beschoot de Engelse artillerie voor het eerst de stad, om de 2 Duitse observatieposten in de torens te vernietigen. De Duitse artillerie beantwoorde het vuur met slechts een paar salvo’s, bij gebrek aan munitie. Vele granaten ontploften in de straten en pleinen van de stad. Vele ruiten gingen aan diggelen en enkele woningen werden zwaar beschadigd. Ook enkele burgers vielen als slachtoffer bij de beschieting: 1 dode en 2 gekwetsten in de Coppelandstraat en in de Begijnenstraat werd een kind van 9 jaar gedood. De inwoners van Herentals zochten hun bescherming in de schuilkelders die eerder waren gegraven in de tuinen en velen bleven er ook slapen.

Vrijdag 15 september 1944 om 15 uur herbegint de beschieting met enkele salvo’s.
Zuster Liberta beschrijft het relaas van het gruwelijk oorlogsdrama in het Grootdagboek :

‘ 15 september. Heel de voormiddag kanon en ander oorlogsgebulder, ook van de Engelsen. We raken zo gewoon aan al dat lawaai dat we stilaan onze bezigheden voortzetten. Opeens tegen twee uur (wintertijd) na de middag een geweldige schok en ruitengerinkel: een obus die neerkomt op de koer aan de kapel, juist voor de rooster tegen de gaanderij van de grote speelplaats. Dit is dichtbij en zeker bij ons. Moeder van Smarten, op uw feestdag, help ons ! Ik spring op en, zinderend over heel het lichaam, heb ik geen benen genoeg om van de rustplaats waar we recreatie hielden, in de kelder te geraken. Ondertussen hoor ik de weesjes huilen en roepen. De kleinen keerden juist weer van de WC en waren tot aan de trappen van de speelplaats, als het moordtuig insloeg.
Wat een paniek. Zuster Hermance, die bij de kinderen was, loopt binnen met een verminkte neus, helemaal bebloed en stukken schrapnell (granaatsplinters) in borst, dij, buik en voet. Over de koer hangt een grijze rookwolk op de steentjes liggen verschillende weesjes dodelijk getroffen. Twee bleven er op slag dood, waarvan één met verbrijzelde schedel. Een derde liep met de ingewanden uit het lichaampje nog tot binnen, maar bezweek daarna. Als wie hulp kon bieden, sprong bij en hielp de arme bebloede kinderen binnendragen, terwijl het maar immer voort schrapnells regende over ons klooster. De obussen waren precies allemaal op hier afgericht. U kan zich inbeelden wat een ellende dat was en hoe droevig om aan te zien. Op verschillende plaatsen was het een bloedbad. Nog ellendiger was het die verhakkelde lichaampjes te zien liggen met vreselijke wonden en afgerukte vleesklompen …
Dan werden de hulpdiensten gealarmeerd. Het Rode Kruis is er direct bij en brengt de overlevenden naar het gasthuis (ziekenhuis), lopend met brancards  over de straten : negentien zwaargekwetste kindertjes van 5, 6 en 7 jaar. Van sommigen wordt een been of een voet geamputeerd, anderen schijnen na enige tijd te recupereren. ‘


Stopplaats 23 : Grote Markt – bevrijding 23 september 1944

De Britse Polar Bears bevrijden Herentals zonder slag of stoot

  • Duitsers trekken zich ’s nachts terug op kousenvoeten
  • Verkennerspatrouille van de 49e West-Riding Infanteriedivisie komen aan op de Grote Markt
  • De dag nadien worden enkele Herentalse soldaten van Brigade Piron ontvangen op het stadhuis
  • de vooroorlogse burgemeester Rombauts wordt terug feestelijk ingehaald door de 3 fanfares van Herentals

Luitenant George Bowman M.C. is één van de Engelse bevrijders die op 23 september 1944 op de Grote Markt als een held werd verwelkomd door de mensen van Herentals. Hij maakte deel uit van de verkennersgroep van het 49e West Riding Reconnaissance Regiment R.A.C., een regiment dat afkomstig was  van het graafschap Yorkshire in Engeland.  De kleine verkennersgroep reed, komende vanaf het eerder veroverde bruggenhoofd in Geel, met zijn pantservoertuig het stadscentrum ongehinderd binnen. De Duitsers hadden reeds de nacht ervoor in stille trom de stad muisstil verlaten. Bijgevolg werd Herentals zonder slag of stoot door de Engelsen bevrijd.

Ogenblikkelijk bij het verschijnen van de verkenningscolonne verscheen een hele menigte enthousiaste mensen aan de school op de Geelse steenweg. De soldaten werden met bloemenslingers omkranst, op de schouders getild en door de straat geparadeerd. Een lokale harmonie was gearriveerd en speelde ‘Marching through Georgia’. Overal verschenen Belgische vlaggen aan de gevels van de huizen. Op de Grote Markt krioelde het weldra van het volk. De bevrijders werden overladen met geschenken en kussen van  de vrouwen, ze kregen drankjes aangeboden door de mannen, maar deze laatste moesten ze weigeren.

Na ruggespraak met de commandant van de soldaten werd besloten om samen met de militairen en burgers een nieuwe brug te bouwen over het verbindingskanaal (dat het Kempische kanaal aansloot op het Albertkanaal). Het was een wonderlijk spektakel om te zien. Zodra er genoeg mensen bijeen getrommeld waren, mochten de militairen geen hand meer uitsteken. De brug werd verder afgewerkt onder toezicht van een pastoor.

De Engelse soldaten die Herentals bevrijdden, behoorden tot de ‘Polar Bears’-divisie. Zij droegen een kenteken met een ijsbeer op de mouw van hun uniform. Dit embleem hadden zij gekozen omdat ze in het begin van de oorlog in IJsland 2 jaar lang waren gestationeerd. Op 16 juni landde de West-Riding divisie op Juno Beach in Normandië, 10 dagen later dan het Canadese leger op D-day.
Alhoewel de Polar Bears opereerden onder het Britse leger, werden zij ook dikwijls onder het commando van de Canadese strijdkrachten geplaatst, die de kuststreken van Noord-Frankrijk en België moesten zuiveren van de  Duitsers. De divisie nam ook deel aan de bevrijding van Nederland in 1945. De 49e West-Riding divisie leed hierdoor enorme verliezen : 1500 doden en 9500 gewonden.

De Britse en Canadezen soldaten waren geliefd bij Herentalse meisjes

Later tijdens en na de bevrijding van Herentals in 1944 tot 1946 namen verschillende geallieerde legers hun intrek in de scholen. Maar de Britse en vooral de Canadese soldaten waren wel meer geliefd onder de bevolking omdat deze ‘bevrijders’ de kinderen verwenden met chocolade en ze sigaretten meegaven voor de vaders.

Ook bleven er in die periode enkele Engelse soldaten in Herentals ‘plakken’ omdat ze verliefd werden op een meisje van Herentals en ze er later mee trouwden. Sommigen immigreerden mee naar het vaderland van hun kersverse man naar Engeland of Canada, andere koppels vestigden zich definitief in onze Kempen. Later tijdens meerdere herdenkingsmomenten van de Tweede Wereldoorlog werden blijvende vriendschappelijke banden gesmeed tussen de mensen van Herentals en hun buitenlandse bevrijders. Nu 75 jaar later zijn het de kinderen en kleinkinderen van deze soldaten die nog steeds graag naar België komen omdat wij, Herentalsenaren, hun dankbaar blijven voor onze bevrijding van het onmenselijke en kwaadwillige Nazi-regime. 


Einde van de begeleide stadswandeling door Herentals met als thema ‘herdenking van 80 jaar einde van de Tweede Wereldoorlog’. Laten we de slachtoffers nooit vergeten.

Geef een reactie